Toespraak bij het Klimaatalarm

14-3-2021, Vismarkt, Groningen

Beste medeburgers,

Onze Vismarkt hier ligt op 5,5m boven zeeniveau, maar de vraag is hoe lang nog. Er zijn grote zorgen en daarom zijn jullie hier en daarom ben ik hier, als Groene Burgemeester van Groningen en als voorzitter van de vereniging Noorden Duurzaam.

Ik heb voor jullie een drieluik. Wat is het probleem, hoe lossen we dat op, wie is aan zet. Ik kom met een radicaal maar praktisch en hoopvol plan. Mijn tekst staat voor jullie op groeneburgemeester.nl en op noordenduurzaam.nl.

Ik steek van wal.

–       Het probleem, beste medeburgers, past in één zin: de wereld moet duurzamer, we zijn onderweg, maar het schiet niet genoeg op. Al 50 jaar waarschuwt de wetenschap. Er is nog tien jaar om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. We stevenen af op 3,5 graad en uiteindelijk smelt dan het landijs. Zonder landijs staat het water hier tot halverwege onze Martinitoren. Dat duurt misschien twaalf generaties maar dan staan we er gekleurd op in de geschiedenisboekjes.

–       Als onze waardigheid op het spel staat, waarom doen we dan zo weinig? Aan de mensen ligt het niet. Wie wil nou niet veranderen als dat nodig is voor je kinderen. Ook de bedrijven willen veranderen. Ik sprak een ondernemer over vergroenen. In mijn eentje begin ik er niet aan zei hij, maar we willen wel gezamenlijk gedwongen worden. Het onderwijs wil mee, de zorg, de cultuur, de religies. Maar in de politiek, van gemeente tot VN, komen we pas op stoom als de wal het schip keert, of de ijsberg de Titanic. Dat is rampzalig. De politiek moet leiding geven. Alleen de politiek kan aan de grootste knoppen draaien: het prijsbeleid, de subsidies, de belastingen, de wet- en regelgeving, de handhaving. Bedien die knoppen goed, dan is zelfs een scherpe draai mogelijk. Corona laat zien dat het kan.

–       Dus waaróm aarzelt de politiek? Vanwege de ideeënstrijd natuurlijk, maar er is nóg een reden, namelijk het systeem van concurrentie. Partijen strijden met elkaar om de kiezers. Ze proberen elkaar te verdringen. De een zijn dood is zijn ander zijn brood. Die concurrentie is goed, want hij legt de macht bij het volk, hij zorgt voor balans bij verdeelvraagstukken en ethische kwesties, hij garandeert onze democratie. Maar, beste medeburgers, concurrentie tussen partijen heeft een levensgroot nadeel. Het werkt voor het hier en nu, maar niet voor elders en later. We verdelen onze taart, maar ten koste van de tropische bossen en de koraalriffen. Van de textielwerkers in Bangla Desh, de inwoners van Tuvalu en de mijnwerkers in Afrika. En ten koste van onze eigen kleinkinderen. Die zitten niet in ons parlement. Wil je rekening met ze houden, als politieke partij, dan kost dat wat in het hier en nu, dan vraag je een offer. Maar offers vragen kost stemmen. Wil je in de regering of in het college dan heb je weinig keuze. Dan ga je voor het hier en nu. Het elders en later schiet erbij in.

–       Is dat niet gewoon egoïsme. Nee, zeg ik dan, dit probleem zit dieper, het zit ingebakken in concurrentie. Partijen moeten kiezers verleiden. Dus zoeken ze argumenten om minder offers te vragen en meer te beloven. Neem de klimaatkwestie. De neoliberalen vertrouwen op de wetenschap en de vrije markt, groen is poen. De nationalisten zeggen dat we niet voorop moeten lopen. De populisten zeggen dat de klimaatkwestie een complot is. De socialisten willen eerst de ongelijkheid aanpakken. De middenpartijen zien dus links en rechts ontwijkgedrag, en dan is hun compromis ook ontwijkgedrag. Kortom, politieke partijen zijn gevangenen van hun eigen marktwerking. Ze steken, uitzonderingen daargelaten, collectief de kop in het zand. Zetelconcurrentie, beste medeburgers, is de dood in de pot voor duurzame ontwikkeling, voor elders en later, voor mijn en jullie kleinkinderen. Het is de olifant in de parlementaire kamer.

Dat brengt mij bij het tweede luik: wat gaan we hieraan doen.

–       Een deel weten we al. Meer regentonnen, geveltuintjes, participatie, burgerinitiatieven, commons, gebiedscoöperaties, burgerberaden, circulaire  businessmodellen, klimaattafels, maatschappelijke akkoorden. Heel goed allemaal, maar niet genoeg. Klein bier zelfs, als we niet zorgen voor effectief leiderschap, als er niet moedig aan de grote knoppen gedraaid wordt. De opgave is simpelweg te groot. Wat we moeten doen is een nieuwe vorm vinden van samen optrekken en taken verdelen.

–       Kan dat? Jazeker kan dat. Sterker nog, we doen dat in Nederland al 700 jaar. Verplaats je even naar de 13e eeuw, naar deze Vischmarkt. Onze kust wordt geteisterd door stormvloeden en ons leven en de toekomst staan op het spel. De oplossing is taakverdeling. Slootjes openhouden, dat moeten de boeren doen. Dijken bouwen, daar moeten de dorpelingen bij helpen. Wij stedelingen hebben geld dus wij moeten het betalen. Een slimme taakverdeling dus tussen drie maatschappelijke blokken. Die blokken krijgen vaste plekken in het waterschapsbestuur, geborgde zetels. Elk blok organiseert zijn eigen verkiezingen. Democratie zonder concurrentie dus, en dat moet ook niet want geen van de drie blokken kan gemist worden. De een zijn dood is ieders dood. Samen uit samen thuis dus, noaberschap, mienskip (want dit was Friesland), teamgeest.

–       Terug naar nu. Het mooie is: dit systeem werkt nog steeds, het is stabiel en effectief, al zeven eeuwen. Het heet officieel ‘functionele democratie’, maar dat zegt alleen wat je ermee doet, namelijk een functie, het waterbeheer. Laten we het een nieuwe naam geven, een die zegt hoe het werkt: taakdemocratie. Taakdemocratie is een werkvorm van democratie waarin we door taakverdeling en samenwerking tussen maatschappelijke blokken onze beschaving veiligstellen.

–       Als dit de stormvloedenkwestie oplost, waarom doen we dat dan niet voor de duurzaamheidskwestie? Precies. Daar moet een vorm voor komen. Nu word ik iets technischer, en hier is het plan, deel A en B.

–       A: zet partijendemocratie en taakdemocratie naast elkaar. Neem de gemeenteraad. Die breiden we uit met een taakdemocratische kamer. De nieuwe kamer noemen we transitiekamer. De huidige gemeenteraad is dan de algemene kamer, die gaat over het hier en nu, over de formatie, over de begroting. Dat verandert niet. De transitiekamer gaat over het elders en later, en adviseert de algemene kamer. We stellen hem samen uit vijf maatschappelijke blokken: kennisnetwerken, burgers, overheden, bedrijven en non-profit. De blokken hebben unieke taken. De kennisnetwerken doen onderzoek en trekken aan de bel. De burgers passen hun leefstijl aan. De overheden draaien aan de grote knoppen. De bedrijven innoveren duurzaam. De voorzieningen, dat zijn onze scholen, onze dokters, onze sportclubs, ons theater, onze initiatieven van onderop. Die leren ons samenwerken en veranderen, en houden iedereen erbij. Een adviserende transitiekamer dus met vijf taakvakken waarin ieder van ons vertegenwoordigd is.

–       B: geef deze transitiekamer drie opdrachten. Eén: prioriteiten stellen. Elk taakvak zegt welke duurzaamheidsproblemen ze op de agenda willen hebben en de transitiekamer stemt over de volgorde. Twee: campagnes ontwerpen om topkwesties groot aan te pakken. Dus vanuit vijf vakken bijdragen verzamelen, van een en een drie maken en de achterban mobiliseren. Drie: onderzoek. Hoe loopt onze campagne en welke impact hebben we.

–       Dus dat is het plan. Partijendemocratie en taakdemocratie naast elkaar. Een transitiekamer die adviseert. Vijf blokken. Geen concurrentie en dus ruimte voor samenwerking. Drie opdrachten: prioriteiten, campagnes, onderzoek, en daar iedereen bij betrekken. Zo bouw je draagvlak en versterk je leiderschap. Aan elkaar optrekken in plaats van tegen elkaar afzetten. Gaat dat werken? Ja natuurlijk! Geen enkel systeem is perfect, maar taakdemocratie heeft 700 jaar alle oorlogen overleefd. Durf daarop te bouwen.

Ik kom bij het derde luik, drie oproepen aan wie aan zet zijn.

–       De eerste oproep is aan de gemeenteraad. Erken dat concurrentie tussen partijen niet alleen nuttig is, maar ook problematisch. Het belemmert je leiderschap voor duurzame ontwikkeling. Probeer niet alles op te lossen via partijendemocratie. Onderzoek de taakdemocratie. Zie belangengroepen als taakgroepen en spreek ze daarop aan. Start een experiment, een taakdemocratisch gesprek met vijf taakvakken. Veroorzaak taakverdeling en samenwerking, en daardoor draagvlak. Herstel daarmee het vertrouwen in de politiek.

–       De tweede oproep is aan de wijk- en dorpsraden van onze gemeente, 50 in totaal. Jullie zijn democratische organen in opkomst. Hoe groter de gemeente, hoe meer afstand tot de burger, hoe belangrijker je wordt. Lees het ‘Gronings model voor wijk- en dorpsdemocratie’ op de website van de gemeente. Dit biedt een kans. Meer geld voor leefbaarheid en duurzame ontwikkeling, mits je een goede afspiegeling bent van je wijk of dorp. Taakdemocratie is je methode. Kies wat je wilt zijn: een smalle raad van alleen bewoners en ambtenaren, of een brede raad met balans tussen vijf blokken.

–       De derde oproep is aan ons hier. We zijn hier omdat we een duurzame wereld willen, voor onszelf en voor elders en later. Stem woensdag voor duurzaamheid, want elke stem telt. Leef duurzaam, want alles wat je doet heeft effect. Wees zichtbaar, want goed voorbeeld doet volgen. Kun je meer doen, kom dan helpen met de taakdemocratie, want alleen samen krijgen we het schip gedraaid.

Beste mensen, ik sluit af. Er is reden voor groot alarm. We moeten de planeet koel houden, maar ook ons hoofd. We moeten het gesprek aangaan en durven experimenteren. Ook in het heilige huis van de democratie. Er is nog tien jaar. Ons fundament is partijendemocratie èn taakdemocratie. Nu is de tijd om deze krachten te bundelen, te beginnen hier op deze markt, 5,5 meter boven zeeniveau. Onze Vismarkt. Die heet zo omdat we hier vissen kopen, niet omdat ze hier zwemmen, en dat moet zo blijven.

Dankuwel.